Hard werken, maar ook op vakantie kunnen gaan en leuke dingen doen samen, dat kenmerkt de familie Tijhuis in Terborg. De aandacht voor een efficiënte bedrijfsinrichting maakt die combinatie mogelijk.
Het is een idyllisch plaatje, de laan richting het melkveebedrijf van de familie Tijhuis, vlakbij het centrum van Terborg, met aan de rechterzijde het witgekleurde kasteel Wisch. Iets verderop ligt het ruim opgezette erf, dat onderdeel uitmaakt van landgoed Wisch.
De van oorsprong Twentenaren hebben sinds tien jaar de Achterhoek volledig in hun hart gesloten. Het Natura2000-gebied De Bergvennen maakte hun toekomst als melkveehouders in Twente onzeker. Om boer te kunnen blijven was de verkoop van hun bedrijf in Lattrop bittere noodzaak. Emigreren naar Duitsland was een tijdlang een serieuze overweging, maar toen bleek dat dat in financieel opzicht nadelig uit zou pakken, gingen die plannen van tafel. Meerdere bedrijven bezochten ze, met name in Noord-Nederland, waar ruimte én regelmatig aanbod van te koop staande bedrijven was. Bij een bezichtiging van een boerderij in de Achterhoek gingen Arnold en Jolanda Tijhuis overstag. De Achterhoek lonkte. “De omgeving sprak ons aan. De koop van het eerst bezochte bedrijf in de Achterhoek liep op niets uit. We zagen dit te koop staande bedrijf in Terborg, maar we vonden het een belemmering dat het een pachtbedrijf was. Toch zétten we uiteindelijk de knop om en kochten we de eigendommen en gingen we de bijbehorende 80 ha grond pachten.” Samen met hun kinderen Lisa (19) en Sander (17) verkasten ze in 2010 naar het voormalige melkveebedrijf. “Het was vergane glorie hier op het bedrijf, maar wij zagen veel kansen”, blikt Arnold terug.
Direct na de verhuizing werd de oude ligboxenstal omgebouwd voor jongvee, droge koeien en afkalfhokken. In korte tijd verdubbelden ze de veestapel naar zo’n 160 koeien. Daarnaast verdubbelde ook de bedrijfsoppervlakte tot 85 hectare. Voor de melkkoeien werd een nieuwe stal met een 2×12 zij-aan-zij melkstal gebouwd. Inmiddels melken ze 190 melkkoeien met een kleine 2 miljoen liter melk met ruim 100 stuks jongvee. De pachtgrond is uitgebreid tot 120 ha.
Stoppen geen optie
Samen hard werken en de schouders eronder zetten is Jolanda (51) en Arnold (50) niet vreemd. In de tijd dat ze samen hun bedrijf in Lattrop hadden, ruim 13 jaar, hadden ze er allebei een volledige baan er bij naast: Jolanda een kantoorbaan en Arnold in de agrarische metaalbouw. Om hun plannen te kunnen uitvoeren op de boerderij, waren deze inkomsten nodig. Arnold: “We hadden heel sterk voor ogen om te investeren in koeien, quotum en huisvesting. Op die manier groeiden we van 210.000 naar 850.000 liter quotum en ruim 18 ha eigen grond. Een groot deel van het landwerk werd uitbesteed. Met name mais kochten ze aan.” Het was flink doorwerken, maar mede dankzij flexibele werkgevers en het feit dat we het écht samen deden, lukte het ons om onze droom waar te maken in Lattrop. Helaas gooiden natuurplannen roet in het eten. Stoppen was voor ons geen enkele optie. We wilden koeien blijven melken. Dat is en blijft onze grootste passie. Toen duidelijk werd dat er in Lattrop geen toekomst meer in ons bedrijf zat, was al snel duidelijk dat ze op zoek wilden naar een nieuwe locatie om verder te boeren’, vertelt Jolanda.
Gefaseerde groei
Eenmaal in Terborg stopten beiden met hun baan buiten de deur, maar werd ingezet op het up to date maken van het bedrijf en gefaseerde groei. Zoon Sander, die nog op het ZoneCollege in Doetinchem zit, wil het bedrijf op termijn overnemen.
“De stal is zo gebouwd dat relatief eenvoudig robots geplaatst kunnen worden”, vertelt Sander. Arnold: “Als de melkstal versleten is houd ik hem niet tegen om die keuze te maken. Maar melken is voor mij en Jolanda een grote hobby. We doen het altijd samen en zijn goed op elkaar ingespeeld.” Sander geeft aan het belangrijk te vinden om eerst tijdens stages ervaring op te doen op andere bedrijven. “Het is goed om buiten de deur mee te kijken en bijvoorbeeld ervaring op te doen met robotmelken en de manier van werken op andere bedrijven.”
Thuis is Sander degene die het voeren voor zijn rekening neemt en meerdere keren per week het melken. Dochter Lisa geeft aan niet heel veel te doen op de boerderij, maar als Jolanda en Arnold op vakantie zijn of een dagje met de fietsen erop uit zijn, redden zij en Sander het prima om het werk over te nemen. “Ik ben ook druk met mijn studie Sportkunde, maar als het moet, help ik mee op de boerderij”, licht ze toe. Want hoewel Arnold en Jolanda graag aan de slag zijn met de koeien en in en om de stal, tijd voor hobby’s en vakantie maken ze óók. Arnold: “We gaan minstens twee keer per jaar op vakantie en regelmatig een dagje uit. Dat vinden we belangrijk.”
Koeien met bijnamen
Eenmaal in de stal wijst Lisa direct haar lievelingskoe aan: Bertil. Geboren in 2008 Lattrop en inmiddels al met pensioen. Ze is niet meer aan de melk, maar stapt nog rustig iedere dag de melkstal in. “Koeien die er uit springen, hebben bij ons een bijnaam. Tuttebel de knuffelkoe, Rex de grote koe, Muisje of Bella die ik als kalfje aan het touw overal mee naar toe nam. We noemen de koeien bij naam, niet bij nummer. De koeien zijn ook erg rustig en als mijn moeder de kalveren gaat voeren, roept ze ze en komen ze direct rechtop. En als we gaan melken en de koeien moeten uit de wei komen, hoeven we bijna nooit een koe te halen. Ze komen zelf uit de wei.”
Lange levensduur
De gemiddelde levensduur van de koeien is 5 jaar en 9 maanden. “Ze hebben de kans om oud te worden bij ons. Daar zetten we volop op in, want in de zesde lactatie geven ze de meeste melk. We hebben op dit moment vier 100.000-liter-koeien aan de melk , vult Arnold aan. De huidige topkoe is Foxy Lady. Ze gaf ruim 124.000 liter en de teller loopt nog steeds. De absolute topper was Maise 33 (oma) met haar indrukwekkende lijst van 158.480 kg melk.
De inzet op een lange levensduur is mogelijk omdat het streven is om altijd de puntjes op de i te zetten en efficiënt te werken”, aldus Arnold. Hij noemt enkele voorbeelden. “De looplijnen op ons bedrijf zijn zo efficiënt mogelijk ingericht, niet alleen voor ons, maar ook voor de koeien. We lopen niet graag onnodige meters. Ik kan bijvoorbeeld de koeien onder het melken bekappen, direct naast de melkstal staat de bekapbox. Ik hoef ze niet apart uit te selecteren. Ook het afkalfhok is vlakbij de melkstal. We zorgen altijd dat het machinepark up to date is en goed werkt.” “Ook bij de kalveren werken we zo efficiënt mogelijk. Ze gaan eerst naar een iglo met uitloop, na een week of 8 gaan ze in groepjes van drie naar de groepsiglo toe . Daar blijven ze tot een week of 12, en van daaruit gaan ze naar binnen naar een groter groepshok, ook op stro. Als ze ongeveer 22 weken zijn gaan ze naar de ligboxen. De looplijnen zijn ook daar kort. We werken heel eenvoudig met pallets om de kalveren van de groepsstrohokken naar de ligboxen te leiden”, vult Jolanda aan.
De praktische insteek en aanpak-mentaliteit spreekt hen ook aan bij GIJS. Adviseur Harry Sloetjes is sinds hun verhuizing het vaste gezicht op het bedrijf. Arnold: “Harry weet: bij ons moet het vóór de komma kloppen. Hij geeft advies dat bij ons past. Begin er maar eens aan, zegt hij dan. Als hij hier komt, loopt hij eerst naar de koeien en de kuilen. Hij is lekker no-nonsense en ziet geen beren op de weg. Dat past bij mij. Ik zie ook niet snel beren op de weg.” De komende jaren wil de familie Tijhuis inzetten op nieuwe roosters in de oude stal en investeren in ligbedden of matten. “Alles voor koe- en arbeidsgemak. Op die manier kunnen we iedere dag met heel veel plezier aan het werk op ons bedrijf. Nee, van de keuze om te gaan verhuizen hebben wij nog geen moment spijt.”
Slimme silometer
Tijhuis gaat op korte termijn werken met twee slimme silometers van GIJS. Een meter houdt bij wanneer het voer in de silo op een niveau is zodat er voer besteld moet worden. De voerbestelling wordt vervolgens automatisch gedaan. ‘Dit geeft ons rust, want zo zitten we gegarandeerd nooit zonder voer. Niet dat dat bij GIJS ooit gebeurd is, maar het is een fijne gedachte dat de sensoren dit in de gaten houden. Ook voor GIJS is dit natuurlijk prettig, want zo kunnen ze beter en inspelen op de vraag naar voer. Ik heb er veel vertrouwen in. Met deze meters kunnen we nóg efficiënter werken.’