Onze producten kennen een aantal vaste samenstellingen. Bij grotere hoeveelheden kunnen er ook maatwerk oplossingen geboden worden. Een groot bestanddeel van de Euro producten zijn cacao hullen. Cacao hullen is het overblijfsel van de cacao boon, na verwerking tot chocola. Je hebt daarbij een vlies die om de boon zit, en de dop die als hulsel dient, deze wordt dan fijn gemalen.
Complex
De werking van cacao hullen is complex. Enerzijds geeft het rust in de vertering en passagesnelheid, anderzijds zit er ook een activerende stof in, theobromine geheten. De rustige werking in de pens komt vooral voort uit de aard van de ruwe celstof die erin zit. Hierdoor zijn alle andere nutriënten erg bestendig, omdat ze ingekapseld zijn in die taaie ruwe celstof. Onze koeien kunnen er toch een belangrijk deel ervan uithalen. De hoeveelheid ruw eiwit die erin zit en overeenkomt met wat een melkkoe gemiddeld per kg ds nodig heeft, is erg bestendig, dus dit ruweiwit heeft een hoge VDE. Per 2 gram VDE wordt ongeveer 1 gram melkeiwit gemaakt, dus bij extra aanvulling in een rantsoen, een melkeiwit verhogend effect. Hoe betere penswerking, hoe meer VDE.
Minder pensverzuring
Door het voeren van dit product, wordt de passagesnelheid in de pens lager. In erg veel rantsoenen in Nederland wordt de grens hierin opgezocht qua gezondheid. Op 75% van de melkveebedrijven komt wel subklinische pensverzuring voor. Door een lage pH in de pens, en een hoge passage van alle voernutriënten, verdwijnen veel goede bestanddelen te snel, kunnen onvoldoende benut worden, en komen uiteindelijk in de mest weer terecht. Door het voeren van deze cacao hullen maak je het minder snel, minder verzurend, en komen nutriënten beter tot hun recht. Hierdoor krijg je meer microbiëel hoogwaardig eiwit, waar ons PEP-systeem ook rekening meehoudt. Er onstaat dus meer gram VDE/kg FOS. Verder zit er ook nog wat ruw vet in, die voor een deel gemakkelijk in de melk opgenomen blijkt te worden.
Theobromine
Als laatst te benoemen effect is de werking van de stimulerende stof theobromine die er in zit. Organische verbindingen die stikstof bevatten zijn over de hele wereld te vinden. Tot deze verbindingen behoren ook de methylanthine afgeleiden, waartoe o.a. cafeïne, theobromine en theophylline. Dit zijn zeer nauw verwante structuren met vergelijkbare farmacologische eigenschappen. Deze stoffen, die ook wel alkaloïden genoemd worden, komen in 60 plantensoorten voor. Theobromine is de belangrijkste alkaloïde in cacao en men zegt dat deze bijdraagt aan de typisch bittere smaak van cacao.
De werking is net als van cafeïne in koffie, het bevordert de bloedcirculatie en verhoogt de stofwisseling. Hierdoor zie je een verandering in de omzetting van de aangeboden voedingsstoffen vanuit het bloed. Gevolg is dat ook hierdoor er meer van de voedingsnutriënten wordt omgezet in vet en eiwit, en waarschijnlijk minder overblijft voor lactose.
Het is van belang om de juiste gift aan te houden, max 1 kg, maar praktijkonderzoekjes laten ook zien, dat er bij 0,5 kg van het mengsel al voldoende effect optreedt. Dit kun je alleen ontdekken door het uit te proberen. Wanneer je erg hoge giften gaat geven, dan gaat het lichaam zijn energie steken in het wegwerken ervan via de nieren in de urine. Dat geeft dan juist een negatief effect. Bij de hoeveelheden die via GIJS Euro Producten worden gevoerd, is dit niet aan de orde.
Een koe mag max 340 mg theobromine/kg ds hebben. Dat betekent dus een dagdosering van oudmelkten rond de 7 gram en nieuwmelkten nog iets hoger.
GMP+
De vrachten cacao hullen worden bemonsterd, er zit een GMP+certificaat bij, en de waarden hierin bepalen de mengverhouding in onze euromixen, zodanig dat we ruim van de max-norm afblijven. Ook voor de mens is het niet gevaarlijk. Evaluatie van diëtisten en toxicologen leidt tot de conclusie dat planten die methylxanthinen bevatten al eeuwen lang geconsumeerd worden zonder dat het schade heeft toegebracht aan de gezondheid. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat het eten van deze stoffen geen gevolgen heeft, zolang er maar geen excessieve hoeveelheden worden ingenomen. Doordat door bovenstaande processen op de plaats van het uier via het bloed de melk meer % vet en % eiwit gaat bevatten, zou de melk wat kunnen gaan veranderen in osmotische waarde. Echter melk behoudt dezelfde osmotische waarde, en de koe nivelleert dit weer door opname van water, waardoor andere nutriënten zoals zout, melksuiker(lactose) een ander niveau krijgen, lees: lager worden. Je ziet bij oudmelkte koeien die hogere gehaltes hebben dan nieuwmelkten ook een lager lactose. Nieuwmelkte dieren hebben altijd een hoger lactose.
Daarom is het ook een fabel dat een lager lactose ongezonder zou zijn, want oudmelkte koeien blaken normaalgesproken van gezondheid!
Uit praktijkresultaten zien we stijgingen van melkvet- en eiwit% tot zelfs 0,2%!
Heb je vragen? Neem gerust contact op met een van onze adviseurs. Bellen met ons kantoor mag ook: 0314 – 65 14 12
Chris Slaghekke
06 – 28 07 02 46
Erik Reefhuis
06 – 51 58 10 94
Ewald Berendsen
06 – 20 61 12 66
Fons Klein
06 – 53 97 66 12
Harry Sloetjes
06 – 82 13 45 16
Len Schutte
06 – 57 39 49 54
Martijn Dooren
06 – 12 80 76 65
Ruben Nijhof
06 – 81 00 12 28
Thomas Brus
06 – 27 35 52 21