Geitenhoudster Nienke Deten (22) is heel secuur op de opfok. “De opfok is het begin van een goede melkgeit. Als je het daar laat liggen, zie je dat later terug in de productie”, is haar overtuiging.
De jonge onderneemster runt in Holten een bedrijf met 800 melkgeiten. Dat heeft ze op haar 19e op poten gezet. Haar eerste geiten kwamen in februari 2018 aan de melk. Vanwege de beperkte ruimte in de opfokstal werkt Nienke met twee aflamperiodes van elk zes weken. In de eerste lammerperiode, van eind februari tot half april, lammerden 150 geiten af. Van de 110 geitenlammetjes is er maar eentje gesneuveld. “Die kreeg gewrichtsontsteking, maar de medicijnen sloegen niet aan. Die heb ik helaas moeten laten euthanaseren.”
Hoe krijgt ze dat voor elkaar, zo’n heel laag uitvalspercentage? “Ik zit er heel strak bovenop”, vertelt Nienke. “Ik heb relatief jonge geiten, die lammeren makkelijk zelfstandig af. Elk lam vang ik op in een schone kartonnen doos. Dit seizoen heb ik bijna alleen maar tweelingen; ik loop eigenlijk standaard met twee doosjes naar de stal.” De eerste 24 uur van hun leven zitten de lammetjes op de biestafdeling, in hun schone doosje onder de warme lamp. Streven is om elk lam circa een halve liter biest te geven. Als ze geitenbiest gebruikt, test ze die om te kijken of de biest voldoende antistoffen bevat. Die zogeheten IgG-waarde meet ze met een refractometer.
Dit seizoen doet Nienke ervaring op met kunstbiest van Farm-o-San. “Dat bevalt goed, omdat het minder arbeid vergt in de drukke lammertijd. Het is aanmaken en klaar, je hoeft geen biest te ontdooien”, vertelt ze. “Maar geitenbiest nemen de lammeren wel makkelijker op. Dat vinden ze toch lekkerder”, is haar ervaring. Na dag 1 verhuizen de lammeren naar het groepshok. Daar moeten ze zichzelf zien te redden op de drinkautomaat met GIJS Lammerenmelk Perspectief: “Ik ga bij elk lam echt het hok in om ze op de drinkautomaat te leren. Daar worden ze heel mak van; al mijn geiten komen heel makkelijk naar je toe.” Dat ervaart iedereen die bij Nienke door de geitenstal loopt. Zo’n ronde maakt ze ook regelmatig met Jan van der Zee en Jarno Thijs, de geitenspecialisten van GIJS. “Dan bespreken we alles. Zij hebben jarenlange ervaring; zij zien toch weer dingen die ik niet zie. En samen komen we tot de beste resultaten.” Jan en Jarno zijn belangrijke sparringpartners voor haar. Ze heeft een goede klik met ze. “Die klik is belangrijk. Het gaat wel over je bedrijfsresultaat.”
De lammeren blijven in het groepshok tot ze ongeveer 14 kilo wegen. De bokjes gaan met 7 dagen weg. “Als ik de ruimte er voor had zou ik ze wel langer willen aanhouden, maar anders kan ik mijn geitjes niet kwijt.” Nienkes geiten zijn vrij van CAE en CL. Zere bekjes komt af en toe voor. “Als lammetjes er écht last van hebben geef ik ze wat extra aandacht, dan krijgen ze melk met de fles. Dat drinkt makkelijker dan de drinkautomaat want het kost minder zuigkracht.” Daarmee bewijst ze maar dat goed opfokken echt een kwestie is van er écht bovenop zitten. “En een hele hoop liefde natuurlijk.”