In de laatste vier groeiseizoenen hebben we drie keer te maken gehad met grote droogte. Ook dit jaar is de droogte weer onderwerp van gesprek bij elke boer aan de keukentafel en haalt het regelmatig het nieuws.
Naar aanleiding van de droge jaren zijn we gaan zoeken naar een manier om efficiënter en effectiever gras en mais van voldoende vocht te voorzien. In 2021 is daarom gestart met druppelirrigatie op het Melkvee Innovatie Centrum in Laren (Gld). Op deze percelen doen wij proeven met ruwvoer voor melkkoeien en geiten. Het eerste jaar was een aanloopjaar waar we veel hebben geleerd over de werking van druppelirrigatie zoals de manier van leggen, aansturing van beregeningscomputer, fertigatie (bemesting via de druppelslang) en onderhoud.
In de praktijk
Waar de druppelslangen in de mais slechts 1 jaar worden gebruikt en de aanleg relatief eenvoudig is, vraagt de aanleg in grasland een andere aanpak. Het doel in grasland is om de slangen meerjarig te kunnen gebruiken zonder dat deze er elk jaar uitgehaald hoeven te worden of beschadigd raken door de bewerkingen gedurende het groeiseizoen. Onderhoud vraagt om aandacht; bij gebruik van bronwater bestaat de kans op roestvorming in de slangen en deze moeten doorgespoeld kunnen worden. Hiervoor is een spoelleiding aangelegd.
Meerwaarde van druppelirrigatie
In 2021 was er voldoende neerslag gedurende het groeiseizoen en zou je weinig tot geen effect verwachten van extra water geven. Achteraf gezien zijn we juist erg blij met voldoende neerslag omdat dit het ideale moment was om ook de meerwaarde van druppelirrigatie te testen bij voldoende neerslag. Een paar interessante bevindingen die we waargenomen hebben is de hogere verteerbaarheid van zowel mais als gras waar extra water is gegeven en in gras zagen we zelfs een hogere droge stof opbrengst. Voor 2022 is het doel deze resultaten te herhalen en zelfs te verbeteren zodat we met zekerheid kunnen zeggen wat druppelirrigatie te bieden heeft bij het winnen van de hoogste kwaliteit ruwvoer.
Effectieve meststoffen
Naast sturen op water efficiëntie kijken we dit jaar in gras naar de effectiviteit van verschillende meststoffen. Hierbij maken we onderscheid tussen volvelds vloeibare kunstmest spuiten, kunstmest met de spaakwielbemester injecteren en fertigatie. Aan de basis is de drijfmestgift hetzelfde en krijgt elke proef in totaal evenveel (kunstmest) stikstof toegediend.
Bij fertigatie maken we ook nog onderscheid in de periode waarin de meststoffen gegeven worden. De ene aanpak is gericht om de meststoffen in 6 giften toe te dienen vanaf begin maart over een periode van 3 weken. Met de tweede aanpak verdelen we de meststoffen over nog meer giften (11) en een periode van 6 weken. Hiermee willen we vergelijken wat het effect is als je telkens kleine beetjes stikstof meegeeft passend bij de behoefte van het gewas gedurende de groei. Na de eerste snede wordt de periode waarin de meststoffen via de druppelslang worden meegegeven terug gebracht naar respectievelijk 10 en 20 dagen. Daarnaast zijn we, gezien de droogte, begonnen met extra water te geven tussen de bemestingsbeurten door. Inmiddels zijn de eerste oogstgegevens verzameld en worden verdere analyses gedaan. Aan het einde van het groeiseizoen wordt de balans opgemaakt tussen de verschillende vormen van bemesting en uiteraard zullen we deze resultaten delen.
Het project ‘Melkvee Innovatie Centrum: Alles begint bij de bodem’ is mede mogelijk door steun van de provincie Gelderland en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland