Het voorjaar begon dit jaar nat en koud. Hierdoor kwam de grasgroei, maar ook het zaaien van andere gewassen, laat op gang. Op enkele plekken werd er tussen half en eind april al gemaaid maar de meeste veehouders vonden die snede nog te mager. Rond Hemelvaartsdag stond er een mooi gewas met voldoende massa voor de 1e snede, echter was er van een constante droge periode geen sprake. Toch waren er veehouders die de gok gewaagd hebben met veel uiteenlopende resultaten: van een topkuil tot plekken waar ingekuild werd in de stromende regen.
Dergelijke uiteenlopende oogsten vragen ook om een heel andere strategie rondom het voeren. De veehouders die gewacht hebben tot eind mei, of zelfs tot half juni, zagen de grasgroei flink doorgaan, wat resulteerde in een oogst van vaak 6 á 7 ton droge stof per hectare.
Een hoge opbrengst, met als grote kanttekening dat de voedingstoffen zich verdeelden over die grote massa wat resulteerde in lage voederwaarden en matige verteerbaarheid als gevolg. Wanneer voer je wat, welke strategie is voor welke kuil handig en hoe maak je van die taaie kuil nog voldoende melk?
Natte kuilen, lichte tot normale 1e snede
De nattere snedes zaten dit jaar tussen 15 – 30% DS, waarbij het grote verschil voornamelijk zit in het feit of er regenwater in is gekomen of niet. Het ‘losse’ regenwater zorgt voor een mindere conservering maar tijdens het uitkuilen ook voor een grotere kans op rotting. Een hoog boterzuur of ammoniak is niet vreemd in dit type kuil. Opvallend is, dat ondanks hoge OEB’s het ureum niet altijd hoog is. Dit kan duiden op onbestendig eiwitgebrek, waar dit op basis van de getallen niet verwacht werd.
Belangrijk advies voor de hele natte kuil:
✔ Voer ze voor het eind van dit jaar op.
✔ Zorg voor buffering! Let daarbij op het juiste type buffer, want een verkeerde buffer zorgt voor een averechts effect!
✔ Corrigeer met eiwit op basis van tankureum, niet op de getallen op de kuiluitslag.
Kuilen zonder regenwater werden regelmatig vochtig ingekuild, maar zijn wel heel smakelijk door het hoge azijn- en melkzuurgehalte wat positief kan werken op voeropname en melkproductie. Opnames kunnen zelfs zo fors stijgen dat door de hogere NDF-opnames de rantsoenen vertragen met het ‘slappe gras’.
Drogere maar vooral zware 1e snede
Grove snede, hoge opbrengsten maar beperkte voederwaarden en hoge verzadigingswaarde, zo zijn veel 1e snedes te typeren. Daarnaast zijn dergelijke kuilen vaak broeigevoelig. De grootste uitdaging zit in het voorkomen van de verzadiging en het effectief omgaan met de lage voederwaarde. Veel van deze kuilen hebben een extra eiwitaanvulling nodig. Een vroege, natte voorjaarskuil of een eiwitrijke najaarssnede zou een perfecte aanvulling zijn. Diegene die kuilen kunnen mengen en hierdoor dit taaie type kuil kunnen verdunnen, kunnen hierdoor veel compenseren. Daar waar de correctie niet uit het eigen ruwvoer kan gebeuren, ligt er een fikse uitdaging om zo goed mogelijk, maar vooral ook tegen zo laag mogelijke kosten, te kunnen melken. Het bijvoeren van suikerrijke siroopproducten is niet altijd de oplossing, aangezien er meestal veel suikers aanwezig zijn in de droge kuilen en te veel suiker zorgt voor een verzadiging van glucose op bloedniveau. Dit verlaagt de voeropname. Voederzout bijvoeren brengt extra smaak, maar de juiste gistmengsels bijvoeren heeft een beter effect. De juiste gisten ontsluiten de taaie celwanden waardoor de inhoud beter benut kan worden. Echter, het is natuurlijk wel zo dat wat er niet in zit, er niet uitgehaald kan worden. Kuilen met hele lage voederwaarden lijken in veel opzichten op ‘stro met suiker’. Dit betekent dat qua voederwaarde veel aangevuld moet worden. Als er geen geschikte snedes beschikbaar zijn, zal het afhankelijk zijn van natte bijproducten, enkelvoudige grondstoffen en/of meer brok per koe.
Belangrijk advies voor lastige, taaie 1e snede kuil:
✔ Zorg voor voldoende kwaliteit in het basisrantsoen.
✔ Ruwvoer op maat inzetten.
✔ GIJS Pens Efficiënt past goed bij deze kuilen.
Wat groeide er na de 1e snede?
Dat was vooral erg afhankelijk van hoeveel massa er de 1e snede gemaaid is. De vroege tot normale snedes groeiden zoals verwacht en konden voor zowel de tweede als derde snede tussen de 4-5 weken weer gemaaid worden. Prima voederwaarden in deze kuilen. Bij de late 1e snede kwam de groei langzaam op gang en was de bodemvoorraad ook ingeslonken. Hierdoor kwam de volgende snede wederom laag uit in voederwaarde.