Aandacht voor goed ruwvoer, eigen eiwit en fokkerij
Veel kwalitatief eigen ruwvoer met voldoende eiwit benutten in combinatie met weinig krachtvoer dat daar naadloos bij aansluit, is voor de familie Slager in Staphorst belangrijk bij de rantsoensamenstelling voor hun geiten. De hoge voerefficiëntie op hun bedrijf laat zien dat ze deze aanpak werkt. Dit seizoen zetten ze in op de teelt van luzerne en rode klaver om op eiwit-krachtvoerkosten te besparen. ‘Eiwitachtige ruwvoerproducten worden op deze manier goed benut voor de omzetting naar melk’, aldus Klaas Slager.
Van de positieve effecten van de kruiden en klavers is de familie Slager overtuigd. Sinds drie jaar is op zo’n 40 ha van hun grasland klavers en kruiden ingezaaid. Niet alleen is de ervaring dat deze percelen langer groen blijven tijdens droge perioden, ook de betere benutting van eiwit werpt vruchten af.
‘We beregenen onze percelen niet. Met kruiden en klavers zien wij dat het dieper wortelt en beter tegen de droogte kan. Een ander voordeel van klavers en kruiden in het grasland zijn een positieve uitwerking op de dier- en bodemgezondheid en meer eigen eiwit. Dit drukt de kosten van eiwitachtige krachtvoeders. De geiten zetten deze eiwitten goed om in melk met goede gehalten’, zet Klaas Slager uiteen.
Ureum 20-21
Het ureumgehalte wordt nauwlettend in de gaten gehouden en waar nodig bijgestuurd met de maatwerkbrok Maxim van GIJS. Het streven is een ureumgetal met een zo hoog mogelijke eiwitproductie in de melk. ‘Met een ureum tussen de 20 en 21 kunnen wij prima melken. De klavers en kruiden van onze percelen en de betere benutting van de eiwitten zijn daar debet aan. De omzetting is beter’, verklaart de 25-jarige zoon Lennart, die nu vier jaar bij in het bedrijf werkt. Daarnaast werkt hij twee tot drie dagen per week als vertegenwoordiger buiten de deur. ‘Wij zijn scherp op de benutting van ruwvoer, omdat we geiten in de stal willen die zoveel mogelijk eigen verbouwde eiwitrijke ruwvoervoeders benutten voor de productie zodat dat onderaan de streep financiële voordelen oplevert.’
Afgelopen jaar lag de vet- en eiwitproductie op het bedrijf op 98 kg per geit. De krachtvoer- en krachtvoerachtige kosten bedroegen € 20,86 per 100 kg meetmelk.
Fokkerij
Sinds 2003 melkt de familie Slager op deze locatie geiten. Nadat een broer van Klaas het ouderlijk bedrijf met melkkoeien voortzette, werd de keuze gemaakt de weg naar geiten in te slaan. De bouw van de stallen voerden ze voornamelijk in eigen beheer uit. Van de 300 geiten waar mee begonnen werd, groeide het bedrijf met eigen aanwas uit tot 1.500 geiten en 400 lammeren nu.
Fokken met een goede foklijn van goede, eigen gefokte fokbokken is een belangrijke pijler op het bedrijf. Fokkerij is überhaupt een belangrijk thema. De kennis daarvan is bovengemiddeld aanwezig.
Groeien in geiten is niet het belangrijkste doel, optimalisatie van de huidige bedrijfsvoering en zelfvoorzienendheid zijn dat wel. Op de stal liggen zonnepanelen en op het erf staat een windmolen. Ook streeft de familie er naar zelfvoorzienend te zijn op het gebeid van eigen ruwvoer. De grond onder het bedrijf is 64 ha, waarvan 24 ha huiskavel is.
Behalve het maaien van het gras voeren de geitenhouders de landwerkzaamheden veelal zelf uit. Klaas: ‘Zo kennen we de percelen goed en weten we waar minder goede stukken liggen en waar bijvoorbeeld muur een probleem is. We vinden het belangrijk om ons land goed te managen.’
Meer eigen eiwit
Dit seizoen wordt op 2 ha luzerne en rode klaver ingezaaid. De gedachte daarachter is meer eiwit in het ruwvoer om krachtvoerkosten te drukken. Ook speelt mee dat vanuit het nieuwe GLB een vergoeding voor deze teelt ontvangen kan worden.
Het voeren van bijproducten spreekt de familie ook aan. Op dit moment zijn dat citruspulp, perspulp mais en rode voederbieten. Deze bieten zijn snel verteerbaar en het voeren van dit bijproduct bevordert de opname van het ruwvoer.
Tevreden is de familie over de GIJS Maxim Slager Maatwerkbrok. De maatwerkbrok van GIJS gebruiken ze om het rantsoen te optimaliseren. ‘Het is een brok zoals een brok moet zijn’, aldus Lennart. ‘Dit krachtvoer kan qua samenstelling zo veranderd worden zodat het goed aansluit bij het ruwvoerrantsoen en de doelstellingen van ons bedrijf. Het gras wordt in balen gevoerd, maar altijd zijn dit meerdere partijen bij elkaar. Een natte herfstkuil wordt bijvoorbeeld gemengd met een drogere snede. Het voer wordt met een voermengwagen verstrekt en de brok apart met een voeraanschuifrobot.
Geitenkennis
‘Dat is een groot voordeel van deze brok: het goed en makkelijk kunnen bijsturen en dus een stabiel totaalrantsoen kunnen blijven verstrekken. Op deze manier kunnen de geiten optimaal presteren en kunnen de doelen van de familie gerealiseerd worden’, licht GIJS stalnutritionist Frank Veldkamp toe.
GIJS kwam vier jaar geleden als voer- en adviesbedrijf op het geitenbedrijf. De aanleiding was onder andere dunne mest bij de geiten. Mede door de inzet van de GIJS Maxim aanpak is dit probleem nu geen issue meer. ‘Op dit bedrijf wordt niet geënt tegen clostridium. Clostridium is meestal een management- of voedingsprobleem.’
De geitenhouders zijn tevreden over het contact en het advies dat ze van Frank ontvangen. ‘Frank heeft een brede en grote geitenkennis. Dat spreekt ons aan. Eens in de zes weken komt hij op ons bedrijf en als het nodig is sturen we een appje om bijvoorbeeld een aanpassing in de maatwerkbrok te bespreken en door te voeren’, vertelt Lennart.
Teeltplan verbeteren
Het willen verbeteren van het teeltplan noemt Frank als pluspunt van het bedrijf. ‘De familie Slager staat open voor veranderingen en optimalisatie om nog beter ruwvoer van eigen grond te halen en daarmee krachtvoerkosten te verlagen. Ook sorghum hebben ze bijvoorbeeld in het bouwplan gehad. Het is niet voor niets dat de familie Slager bij GIJS afgelopen jaar goed uit de bus kwam op het gebied van voerefficiëntie. Op basis van ruwvoeranalyses weten ze precies wat er in eigen voer zit en op welk vlak bijsturing gewenst is.’
Selectie
De duurzame insteek van het bedrijf vertaalt zich niet alleen op het gebied van duurzame energie, ook wordt gestreefd naar een duurzame geitenstapel. Selectie vindt plaats op basis van productie. Geiten die minder dan 2 liter produceren, worden eruit geselecteerd. Frank: ‘Het is het totaalplaatje waardoor dit bedrijf zo goed scoort: de aandacht voor duurzaamheid, selectie, goede en kwalitatieve ruwvoerwinning en fokkerij.’
Klaas Slager is tevreden over de resultaten. ‘Ik ben het liefst boer en ben het liefst tussen de dieren. Ik ben geen manager en wil niet teveel op kantoor te zitten. Samen met mijn vrouw en zoon, een stagiair tijdens de aflamperiode, een medewerker voor een dag, zes avonden hulp tijdens melken, een medewerker op de zaterdag en tijdens drukke periodes en een BBL-leerling, zetten we het werk samen rond en hebben we grip op de bedrijfsvoering.’