Geiten zijn echte seizoensdieren; oftewel in de herfstmaanden zijn ze in cyclus en dus vruchtbaar, maar daarbuiten ligt alles stil. Met name in de zomermaanden (mei t/m juli/augustus) is het een grotere uitdaging om goede drachtresultaten te scoren. Waar binnen het seizoen drachtresultaten van gemiddeld 70 tot 95% behaald worden, is dit buiten het seizoen gemiddeld 40 tot 80%. Echter, de variatie tussen bedrijven, maar ook tussen jaren is groot. Dus goede drachtresultaten realiseren kan blijkbaar wel in de zomermaanden! Hoe dan?
Management
Een gezonde (opfok)geit, die goed ontwikkeld, fit is en de juiste lichaamsconditie heeft, is uiteraard een belangrijke basis of ze überhaupt vruchtbaar is. De grootste factor die bepaalt of een geit wel of niet cyclus is, is licht. Temperatuur speelt ook wel een rol, maar in een veel mindere mate! De juiste truc om succesvol te dekken in de zomermaanden begint dan ook bij de mogelijkheid hebben om met een lichtschema te kunnen spelen. Door 16 uur donker en 8 uur licht te creëren in de (opfok)stal is een grote stap gezet. Een stal waarbij daglicht niet of minimaal intrede doet is dan wel zeer wenselijk voor een zo goed mogelijk effect. Echter, het is ook zeer van belang om het lichtschema tijdig aan te passen: vijf tot zes weken voor het introduceren van de bok. Hierdoor wordt de verkorting van de daglengte het beste nagebootst ten opzichte van de natuur. Een hele belangrijke om niet te vergeten in deze periode zijn de bokken. Ook bij hen ligt alles stil buiten het seizoen en ook voor hen is de invloed van licht een belangrijke factor. Het heeft de voorkeur om dekbokken buiten het dekseizoen niet bij de te dekken (opfok)geiten te huisvesten. Op die manier verhoog je de dekactiviteit als ze wel bij de vrouwelijke dieren worden geplaatst.
Voor de spermakwaliteit, maar ook voor de eicelkwaliteit, is uiteindelijk ook temperatuur van belang. Het scrotum hangt niet voor niets buiten het lichaam, waar het tot wel 8°C koeler kan zijn dan in het lichaam. Hele warme dagen of periodes in de zomer kunnen op die manier een negatieve invloed hebben. Alle mogelijkheden om de stal koel te houden zijn dan zeker welkom.
Als bokken wat onderlinge concurrentie hebben zien we over het algemeen meer dekactiviteit. Iedere 7 tot 14 dagen enkele bokken van de ene dekgroep naar de andere dekgroep verplaatsen zorgt er ook voor dat de activiteit rondom het dekken weer toeneemt. Hierbij is de kanttekening dat de afstamming losgelaten wordt of later middels een DNA test bepaald wordt.
Specifieke voeraanpak
Naast management helpt de juiste voeding. Met voeding is het flush-effect te beïnvloeden waardoor ritsigheid gestimuleert wordt. Energie voeren – en met name het verschil in energieniveaus voeren rondom de dekperiode – is een grote succesfactor in het traject. Het grootste effect bereik je met het voeren van suikers in deze periode. Naast energie spelen specifieke vitaminen en provitaminen een essentiële rol bij de activering van de eierstokken en het beperken van vroeg embryonale sterfte. Deze componenten kunnen dus een belangrijke sleutelrol spelen tot het uiteindelijke drachtpercentage van de dekgroep. Wel is het van belang om minimaal één cyclus voorafgaand de dekperiode te starten met het voeren van deze componenten, zodat tijdens de rijping van de eicel de kwaliteit beïnvloed kan worden. Al deze componenten zitten bij GIJS verwerkt in de Cupidomix, welke zowel VLOG- als biologisch verkrijgbaar is. Denk bij het voeren van dit product ook aan de dekbokken, want ook de dekbokken moeten in die periode ‘uit hun zomerslaap’ gewekt worden en hebben profijt van de energetische waarde en (pro)vitaminen in deze mix. Na de dekperiode is het verstandig om de bokken een speciale Fokbokkenbrok te voeren met een speciale mineralenverhoudingen en specifieke zouten. Op die manier worden nierstenen voorkomen zodat ze een dekronde later nog steeds vruchtbaar blijven.