In het gezellige Brabantse Sint-Oedenrode ligt het bedrijf van Wil van Rooij. In 1986 begonnen met melkgeiten en daarmee heeft Wil al heel wat jaartjes ervaring. Het uitzonderlijk goede resultaat in de ranglijst ‘voerkosten per kg vet en eiwit’ dankt de geitenhouder o.a. aan zijn focus op pensgezondheid.
‘Het voeren van te veel onbestendig zetmeel zorgt voor pensverzuring en heeft een slechte invloed op de darmgezondheid. Hoe gezonder de pens, hoe beter het voer benut wordt.’ Op zandgrond is het verleidelijk om veel maïs te verbouwen. ‘Zand is niet de gemakkelijkste grond om kwalitatief goed gras te verbouwen,’ zucht Wil. Toch is de teelt van ruwvoer wel een passie voor hem. ‘Ik besteed veel aandacht aan het uitzoeken van de juiste, vooral smakelijke ruwe celstofrijke grasrassen en het juiste bemestingsplan.’ Goed gras moet natuurlijk ook goed geconserveerd blijven. De Brabantse geitenhouder verkiest een rijkuil boven balen. ‘Goed aanrijden van de kuil is cruciaal.’ Maar ook aan het uitkuilen besteed van Rooij veel aandacht. Zo maakt bij om de dag een deel van de kuil vrij van grond.
Bedrijfseigen samenstelling
Naast gras en snijmaïs voert van Rooij een bedrijfseigen Maxim krachtvoer. ‘Door gebruik te maken van een bedrijfseigen samenstelling, kunnen we de aanpassingen in het rantsoen klein houden. Afhankelijk van het gevoerde ruwvoer wordt de Maxim maatwerkbrok samengesteld door GIJS stalnutritionist José van Cranenbroek.’ Aan andere voedermiddelen heeft Wil ook wel eens gedacht. ‘Perspulp lijkt mee een mooie aanvulling op het rantsoen, maar helaas heb ik niet de middelen om dat goed voor het voerhek te krijgen.’ Hij speelt met de gedachte om aankomend jaar ingekuilde luzerne te gaan voeren. ‘Smakelijk ruwvoer met een hoog aandeel ruwe celstof. Daarnaast zoveel mogelijk eiwit van eigen land, daar zet ik op in.’
Goed gevormde uiers
Niet alleen in de voeding stuurt de goedlachse Brabander op pensgezondheid. ‘Fokkerij heeft me altijd bezig gehouden. Natuurlijk kan ik genieten tijdens het melken van mooie goed gevormde uiers met flink wat melkdruk, echter tijdens de voorbereidingen op het dekseizoen bekijk ik mijn veestapel eens goed op de kenmerken pensinhoud en conditiescore.’ Wil heeft een hekel aan geiten die teveel aan zichzelf denken. ‘Je moet de ruggewervels goed kunnen zien. Alle dieren krijgen hier hetzelfde rantsoen. De ene melkgeit maakt daar meer melk van dan de andere.’ Naast dat de veehouder zijn te dekken melkgeiten flink onder de loep neemt, is hij ook kritisch op de dekbokken: ‘Het moet een melktypische dekbok zijn met hard en droog beenwerk.’
Ondanks het mooie resultaat van afgelopen seizoen denkt Wil aankomend jaar nog beter te kunnen produceren. ‘Ik heb de laatste tijd behoorlijk aan graslandvernieuwing gedaan. Dat gras was afgelopen jaar nog niet in topproductie. Dit jaar heb ik dichtere zodes, dus meer kg droge stof per hectare. Nu hopen dat het weer ook meezit en op de juiste momenten een beetje regen laat vallen in Sint-Oedenrode.’