Melkveehouder Jan Willem Beekhof over inzet Premium Smulbrok
‘We zijn continu scherp op een goede loop op de robots’
Een goede loop op de robot heeft hoge prioriteit bij melkveehouders. Melkveehouder Jan Willem Beekhof uit Deventer is er extra alert op. Want met 129 melkkoeien draaien de twee robots nagenoeg op hun max. De premium Smulbrok van GIJS zorgt ervoor dat de loop blijft en dat de capaciteit van de robot zo goed mogelijk benut wordt. ‘Ik hoef er nog maar enkele te halen per dag.’
In 2015 nam Jan Willem de nieuwe stal in gebruik. Tegelijkertijd maakte hij de overstap naar automatisch melken. De groei in melkproductie was groot: die steeg van 7.500 naar 9.500 kg. ‘Dan besef je pas dat de oude stal slechter voor de koeien was dan je in de gaten hebt. Licht, lucht en ruimte doen heel veel’, blikt hij terug.
Met gemiddeld 2,65 melkingen per koe is Jan Willem niet ontevreden. ‘Het is bij ons belangrijk dat de loop naar de robot in stand blijft, omdat we behoorlijk vol zitten. Als er net iets meer koeien droog staan, geeft dat direct wat meer lucht, maar nu we er 129 melken, is het belangrijk dat de gang er mooi in blijft. Het plan is om door te groeien naar 140 koeien met deze twee robots, dus we moeten scherp zijn op een goede loop.’
Smakelijkheid in pulpen en granen
Om de capaciteit van de robots zo optimaal mogelijk te blijven benutten en weinig haalkoeien te hebben, adviseerde GIJS de melkveehouder de nieuwe Smulbrok te gaan voeren in de robot.
De brok, die zo’n anderhalf jaar geleden geïntroduceerd werd, bevat volgens GIJS-nutritionist Martijn Dooren grondstoffen die koeien écht graag vreten.
Hij legt uit hoe deze succesvolle brok is ontstaan. ‘Innovaties zijn bij GIJS geen doel op zich. De Smulbrok is geïntroduceerd als maatbrok voor een bedrijf dat ontevreden was over de loop naar de robot en de opname van krachtvoer. We hebben vooraf heel goed onderzocht wat een koe wel en niet smakelijk vindt. Die smakelijkheid bleek onder andere in pulpen en granen te zitten. Bepaalde schroten en schilfers vinden ze minder lekker. Op het bedrijf waar we de brok gingen inzetten, liep het vrij direct goed. Toen door veranderingen op het bedrijf de broksamenstelling iets werd aangepast, ging het weer wat minder lopen. Er zat meer restvoer in de bakken bijvoorbeeld. We zijn daar toen teruggegaan naar de eerste krachtvoerbrok en dat pakte vrij snel goed uit. De loop naar de robot was weer goed en de opname in de robot ook. Sindsdien is de brok, die de naam GIJS Smulbrok heeft gekregen, bij veel melkveebedrijven ingezet. Niet alleen op robotbedrijven, ook op bedrijven met krachtvoerstations of waar in de melkstal brok gevoerd wordt. Daar zien ze dat de brok goed opgevreten wordt en dat er minder restvoer achter blijft. Minder restvoer is één van de pluspunten van deze smakelijke brok.’
Kostprijs blijft gelijk
Voor Jan Willem was het een fijne bijkomstigheid dat de brok niet duurder was dan de productiebrok die hij voorheen voerde. ‘Als deze brok wél meer zou kosten, had ik er misschien niet zo snel voor gekozen. Mede daardoor vond ik de brok het proberen waard.’
Volgens Martijn worden voor de Smulbrok inderdaad ingrediënten gebruikt die prijstechnisch interessant zijn. Maar dat is niet alles. ‘We gebruiken grondstoffen die goed en smakelijk zijn en voederwaarde-technisch goed functioneren. Dat dat hand in hand kan gaan, bewijst deze brok.’
Wat volgens de nutritionist ook van belang is, is dat bij de samenstelling van de brok geen smaken zijn gemaskeerd. ‘We hebben het met gangbare grondstoffen gewerkt. Feit is dat melkveehouders bepaalde grondstoffen terug moeten laten komen in het basisrantsoen. Dat betekent niet dat ze onderaan de streep alsnog duurder uit zijn. De kostprijs blijft gelijk.’
Extra uitdaging
Jan Willem is dik tevreden over het beperkte aantal haalkoeien, maar gaat dit jaar een extra uitdaging aan. Hij weidt zijn koeien sinds vorig jaar weer voor het eerst sinds twintig jaar. Natuurlijk speelt de 1,5 cent premie een rol, maar ik vind koeien in de wei een reclamebord van onze sector richting de consument. Het is een prachtig plaatje’, vertelt hij daarover. Maar met een relatief kleine huiskavel van 7,5 ha is het weiden niet altijd even eenvoudig. ‘Ze gaan ieder dag van 5.30 uur tot 10.00 uur naar buiten. Voordat ze de wei in gaan, gaan ze eerst door de selectiepoort.’
Jan Willem wil vanwege de beperkte grootte van de huiskavel dit seizoen voor een perceel dat grenst aan de huiskavel ook gaan gebruiken voor het weiden. ‘Ik ben erg benieuwd of de loop op de robot dan in stand blijft, maar het is het proberen waard. Ik hoop dat de Smulbrok daar een positief steentje aan bijdraagt. We gaan ervoor, ik heb er alle vertrouwen in.’
De koeien van Jan Willem krijgen naast ruw over en de krachtvoerbrok ook een mengsel van soja-raap, Duitse pulp en aardappelen bijgevoerd. Volgens Dooren is het van belang dat een krachtvoerbrok daar de juiste aanvulling op is. ‘Het gaat erom dat de samenstelling goed aansluit bij het ruwvoer en andere bijproducten en bij de doelen die een boer heeft. De GIJS-collega’s die bij de boeren komen zijn de diëtisten, ik zorgt dat alles klopt, aansluit en dat het volledige rantsoen een kloppend geheel wordt.’
Balans Smulbrok
Omdat de Premium Smulbrok een succes is, heeft GIJS ervoor gekozen een tweede voersoort met deze samenstelling te introduceren: de Balans Smulbrok. Martijn: ‘Deze is prijstechnisch nog interessanter. Met de Balans Smulbrok worden de koeien extra gestimuleerd het aangeboden krachtvoer op te nemen. De brok is door een vaste keuze van grondstoffen constant van samenstelling. De grondstoffen zijn tevens geselecteerd op smakelijkheid. Door de grondstofselectie ontstaat een geconcentreerde brok die breed inzetbaar is. Zeker wanneer krachtvoeders als lokvoer dienen in bijvoorbeeld de robot of melkstal heeft dit veel invloed op bezoekgedrag, productie, restvoer en werkgemak.’