Welke keuzes ook gemaakt worden, uiteindelijk draait het op elk melkveebedrijf om zoveel mogelijk melk in de tank. Nog preciezer: zoveel mogelijk kilo’s eiwit en vet. Dit kan een hoge productie per koe betekenen, hoge gehalten en/of veel koeien met daarbij een zo laag mogelijke kostprijs. Wij vertellen je graag welke maatregelen bijdragen aan een hogere productie.
Oorzaken te lage productie
Het draait allereerst om een gezonde, vruchtbare veestapel. Immers, gezonde koeien geven meer melk met goede gehalten, zijn efficiënt met het aangeboden voer en op tijd weer drachtig, waardoor de gemiddelde productie hoog is. Is de veestapel gezond, maar valt de productie alsnog tegen, dan zijn er een aantal aandachtspunten waarop de focus gelegd kan worden.
Lactatiedagen (DIL) bijvoorbeeld: Het optimum ligt rond de 170 dagen. Een kortere DIL wijst meestal op een afkalfpiek. Een langere DIL betekent dat er een afkalfpiek is geweest, de vruchtbaarheid aandacht behoeft of dat er te veel oudmelkte (guste) koeien in de koppel blijven lopen. Vaak zijn de gehalten dan wel hoog. Ook vaker melken is van positieve invloed op de melkproductie. Van 2 naar 3 keer daags melken levert een stijging van 10 tot 15% melk op. Bij automatisch melken is vergelijkbare winst te behalen. Door de activiteit van de koeien te stimuleren en vaker de robot te bezoeken, stijgt de productie.
Aanpakken met GIJS
Een ander punt dat de productie beïnvloedt, is de voeropname. Smakelijkheid van het rantsoen en pensgezondheid zorgen ervoor dat de koeien veel voer opnemen. In combinatie met een goed afgestemd rantsoen resulteert dit in een hoge rantsoenefficiëntie en in veel kilogrammen melk. Daarnaast is via voeding te sturen op goede eiwit- en vetgehalten, waar uiteindelijk de melkprijs van afhankelijk is. Dit kan met producten die de omzetting stimuleren, door de bouwstenen voor eiwit en vet beter beschikbaar aan te bieden, of door de penswerking te verbeteren. Voor elke bedrijfsstrategie is zo een hogere omzet te realiseren.
Onder aan de streep moet uiteraard geld overblijven. Voerkosten hebben daar veel invloed op. Slim en gepast mengvoer vervangen door bijproducten en enkelvoudigen, verlaagt de voerprijs. Dit mag echter niet ten koste gaan van het resultaat. Bovendien mag ruwvoer als kostenpost niet worden vergeten. Verbeteren van ruwvoerkwaliteit en aanpassingen in het rantsoen kunnen leiden tot een hogere rantsoenefficiëntie, waardoor de totale voerkosten per kg melk flink kunnen dalen.
Onze oplossingen
De aanpak van GIJS spitst zich allereerst toe op het beschikbare ruwvoer. Dit is een gegeven en hiervoor zijn de kosten al gemaakt. Vervolgens kijken wij via GIJS’ rantsoenvisie naar de best passende aanvulling, al naar gelang de keuze voor liters, gehalten en/of kosten. Door deze via MelkVeeMonitor en de rantsoenefficiëntie te volgen, sturen wij op het gewenste resultaat. Het resultaat is een productie die past bij de uitgangssituatie, met zo hoog mogelijke gehalten tegen een zo scherp mogelijke kostprijs.