Pulp komt vrij bij de winning van suiker uit suikerbieten en is alleen geschikt als veevoer. Belangrijkste varianten zijn krulpulp, perspulp en bietenpulp gedroogd. De grondstof is energierijk, bevat zeer goed fermenteerbare ruwe celstof en heeft een laag ruw eiwitgehalte.
Toepassing pulp
Krulpulp en bietenpulp gedroogd zijn te voeren in een mengsel of als een enkelvoudige grondstof. Bietenpulp gedroogd is ook te persen in brok. Perspulp is te voeren als enkelvoudige grondstof. Voor krulpulp en bietenpulp gedroogd geldt een maximum van 4 kg product per koe. Voor perspulp ligt het maximum op 25 kg per koe.
Sla perspulp bij voorkeur op in een sleufsilo. Laat de pulp na levering 1 dag afkoelen en rijd de pulp vervolgens vast in lagen van 20 cm. Dek alles luchtdicht af met plastic en zand in een kuil die niet hoger is dan 2 tot 2,5 meter. Krulpulp is los gestort en moet droog opgeslagen worden. Bietenpulp kan opslagen worden in een silo of los worden gestort. Belangrijk is dat je de pulp droog opslaat en condensvorming weet te voorkomen.